Tsja. De Buizerd. Ik vind Roofvogels prachtige dieren. Hun blik, hun uitrusting, hun hele vóórkomen, eigenlijk alles dus. De Buizerd is in Nederland misschien wel hét toonbeeld van deze groep vogels. Een imposante vogel, of hij nou hoog in de lucht rondcirkelt, of langs de snelweg op een paaltje zit, hij ziet er altijd mooi uit. De verschillen in kleuring vind ik ook boeiend. Ik neig ernaar de “blonde” versie het mooist te vinden, maar de donkerder vind ik eigenlijk wel net zo mooi. Maar waarom begin ik dan met: tsja… Je kunt de Buizerd letterlijk overal vinden. In de kleinste bosjes, boven de heide, langs snelwegen, in Nederland en in de verschillende buurlanden. Ik word nog altijd blij als ik een Buizerd zie, maar zeker in de winter gaat er wel eens eentje aan m’n aandacht voorbij. Als er dan ook een aantal Buizerds uit het Noorden bij is gekomen, zie je hem heel veel. Op vakantie in Frankrijk zaten we in een bosrijke omgeving en zaten er misschien wel een tiental Buizerds in de buurt. Elke dag, wat later in de ochtend, vlogen verschillende vogels uit het dal omhoog en kwamen ze dus regelmatig op ooghoogte, of iets daarboven, voorbij. Misschien was dit wel een beetje een hernieuwde kennismaking die ik even nodig had. Doordat ze zo vlogen, zag ik ze, letterlijk, in een heel nieuw perspectief en kreeg ik hernieuwde bewondering voor ze. Als eerste weer die blik waarmee ze je kunnen doorboren, maar ook de grootte en hun aanwezigheid.